Schaduwplanten

Bij het kiezen van de juiste schaduwplant voor in de tuin is het belangrijk om op enkele aandachtspunten te letten die de groei kunnen beïnvloeden. We hebben de belangrijkste punten hieronder voor je op een rij gezet.

• Type schaduw
  Bepaal welk type schaduw de plant zal krijgen (zoals volledige, lichte of gefilterde schaduw), zodat je een plant kiest die goed gedijt in die specifieke omstandigheden.
• Bodemvocht en drainage
  Controleer of de plant een voorkeur heeft voor vochtige of juist drogere grond, omdat schaduwrijke plekken soms vochtig of juist droog kunnen zijn, afhankelijk van de omgeving.
• Groeisnelheid en uiteindelijke grootte
  Let op de uiteindelijke grootte van de plant of boom om te voorkomen dat deze te groot wordt voor de ruimte, en kies een plant die past bij de beschikbare ruimte in de tuin.
• Onderhoudsbehoefte
  Schaduwplanten hebben vaak weinig onderhoud nodig, maar sommige kunnen extra zorg vragen. Kies een plant die past bij de hoeveelheid onderhoud die je bereid bent te geven.
• Winterhardheid
  Controleer of de plant winterhard is voor jouw klimaatzone, vooral als de schaduwplek beschut is tegen direct zonlicht en kou.
• Bloei- of bladkleur
  Sommige schaduwplanten bloeien of hebben opvallende bladkleuren die variatie toevoegen aan de tuin. Kies planten die kleur brengen op een schaduwrijke plek als dat gewenst is.
• Combinatie met bestaande planten
  Kies schaduwplanten die goed combineren met de bestaande planten in de tuin, zowel qua kleur als qua groeiomstandigheden.
• Biodiversiteit en ecologische waarde
  Schaduwplanten kunnen aantrekkelijk zijn voor bepaalde insecten en dieren. Overweeg soorten die bijdragen aan de biodiversiteit en lokale flora en fauna ondersteunen.
• Pot of volle grond
  Bepaal of de plant geschikt is om in de volle grond te staan of juist in een pot, bijvoorbeeld voor schaduwrijke terrassen en balkons.
• Aanpassing aan droge of natte schaduw
  Sommige schaduwplanten kunnen goed tegen droge grond, terwijl anderen juist van vochtige omstandigheden houden. Stem de plantkeuze af op de vochthuishouding van de schaduwplek.

Groenblijvende schaduwplanten zijn een fantastische keuze voor donkere plekken in de tuin die je het hele jaar door mooi wilt houden. Deze planten blijven ook in de winter groen, waardoor ze continu structuur en kleur toevoegen aan schaduwrijke hoeken. Populaire soorten zoals de Laurier angustifolia, groene beukenhaag en Amerikaanse hulst kunnen goed tegen weinig licht en behouden hun dichte, groene bladeren, zelfs in koudere maanden.

• Het hele jaar door kleur en structuur
  Groenblijvende schaduwplanten behouden hun bladeren in de winter, waardoor je tuin het hele jaar door levendig en aantrekkelijk blijft, ook op schaduwrijke plekken.
• Privacy en afscherming
  Deze planten bieden een dichte, groene afscherming die ook in de winter privacy geeft, ideaal voor heggen en natuurlijke afscheidingen in de tuin.
• Lage onderhoudsbehoefte
  Veel groenblijvende schaduwplanten vragen weinig onderhoud en zijn goed bestand tegen schaduwrijke omstandigheden, waardoor ze een makkelijke keuze zijn voor schaduwrijke delen van de tuin.
• Geschikt voor diverse tuinontwerpen
  Groenblijvende schaduwplanten passen in verschillende tuinstijlen, van moderne tot natuurlijke ontwerpen, en kunnen worden gebruikt als bodembedekker, haag of decoratieve accentplant.
• Beschutting voor dieren
  Ze bieden het hele jaar door schuil- en nestplekken voor vogels en andere kleine dieren, wat de biodiversiteit in de tuin bevordert.

Je kunt een schaduwplant of boom in plantenbak plaatsen of in de volle grond. Geef je schaduwplant of boom een goede start en plant aan met ons zorgvuldig geselecteerde Aanplantpakket.

Volg deze stappen voor een succesvolle aanplant:

1. Locatie kiezen: Kies een geschikte plek met goed doorlatende, vruchtbare grond of kies een geschikte plantenbak. Verbeter zware kleigrond met compost of potgrond.
2. Plantgat voorbereiden: Graaf een ruim plantgat of kies een plantenbak met genoeg ruimte. Een ruim plantgat is ideaal om meer ruimte te creëren, meer is altijd beter. Hanteer een minimum van 25% van de potdiameter of kluitdiameter toegevoegd aan de diameter van het plantgat. Als je bijvoorbeeld een pot of kluit hebt met een diameter van 50 cm, zou het plantgat een diameter van 75 cm moeten hebben. Zorg ervoor dat de diepte van het plantgat gelijk is aan de hoogte van de kluit. Maak de grond van het plantgat goed los wanneer je jouw boom in de volle grond plaatst.
3. Grond mengen: Meng uitgegraven grond (potgrond in het geval van een plantenbak) met een zakje Tree Saver (te vinden in ons complete aanplant pakket) en Vivumus Universeel of mediterrane grond of Vivimus zuurminnend (afhankelijk van de soort boom, raadpleeg de productpagina van de boom voor specifieke informatie).
4. Grondbodem vullen: Vul bij een plantenbak de bak met een ruime laag hydrokorrels voor optimale vochtbalans (NIET bij cortenstalen bakken). Breng vervolgens een laagje van gemengde grond aan. Breng de gemende grond aan op de bodem van het plantgat wanneer je in volle grond plaatst.
5. Plaats boompalen: (indien nodig): Plaats twee boompalen aan weerszijden van het plantgat, op ongeveer 30-40 cm van de boomstam. De palen moeten stevig in de grond worden geslagen en minstens een derde van hun lengte ondergronds steken voor stabiliteit.
6. Boom plaatsen: Plaats de boom in het gat of de plantenbak, met de kluit gelijk aan het maaiveld. Vul aan met gemengde grond, strooi bodemverbeteraar (Biovin) op de grond en plaats de Plant Booster tabletten circa 3 cm diep in de grond rondom de boom. (Zie verpakkingen voor de juiste hoeveelheden)
7. Bevestig de boom aan de boompalen (indien nodig): Gebruik boomband en bijbehorende spijkers om de boom vast te maken aan de palen. Bevestig de boomband in een achtvorm rondom de stam en de palen, met voldoende ruimte zodat de boom kan bewegen maar toch stabiel blijft. Controleer dat de band de boom niet insnoert.
8. Water geven: Geef na het planten royaal water om de wortels goed te laten hechten. Bewater in deze periode minimaal 1 keer per week, afhankelijk van de weersomstandigheden en standplaats. Bij warm en droog weer kan het nodig zijn om vaker water te geven, bij extreme warmte zelfs met dagelijkse frequentie. Geef per keer minimaal 10 à 20 liter (1 of 2 emmers) water. Extra bewatering in het eerste jaar na aanplant is essentieel voor een sterke vestiging van de wortelen.